De pastoor

Een op rust gestelde pater die jaren in Katanga werkzaam was, verblijft in een rustoord van de orde, waartoe hij behoort.

Hij geniet van een welverdiende rust, de ondergaande zon en zijn vollière, gekregen van een overleden buurman.

Maar in een parochie waar hij in zijn jonge jaren opgroeide heeft men hem nodig.  De uitvaart van Mathilde, een jeugdvriendin van uit hun prille jeugd. Nog van voor hij aan het college van Lier afstudeerde en naar Scheut verlangde.
Hij heeft nooit iets gehad met Mathilde, maar haar familie die carrière gemaakt heeft in de muziekwereld, vindt dat Fred de uitvaart moet verzorgen. Men zal hem met een limousine komen afhalen, maar de terugkomst moet nog geregeld worden.
Tijdens de dienst waar hij alleen maar de verwelkoming moest doen en de rest was voor de echte artiesten voorzien, trof het hem dat de Mathilde, die hij zich nog vaag herinnert, helemaal anders was dan het karikatuur dat men van haar maakte. Ook was zij maar een eenvoudige vrouw en geen hoog intellectueel, zoals men vertelde. Wel kon ze viool spelen en vanuit die ervaring hebben de nakomelingen ook die muzikale liefde overgeërfd.

Op het altaar stond een prachtige foto van Mathilde met haar onafscheidelijke gitaar.

En dat inspireerde Fred.